In een tractiestation wordt stroom omgezet in stroom die bruikbaar is voor de tram. Verschillende transformatoren zetten de hoogspanning (15000 Volt) die in het station binnenkomt om in gelijkspanning voor de tram (600 Volt). Het station zorgt ook voor de beveiliging van het bovenleidingsnet. Wanneer er sprake is van overbelasting of kortsluiting dan schakelt het de stroom uit. Net zoals je zekeringkast thuis.
Op het Antwerpse tramnet zijn er zo'n 36 tractiestations. Voor de Noorderlijn bouwden we er vier: Bataviastraat, Luchtbal, Tjalkstraat en Straatsburgbrug. Die laatste drie zijn architecturale pareltjes, beslist een kijkje waard.
Ah ja, wist je trouwens dat wanneer een tram vertrekt, de chauffeur geen "gas" maar tractie geeft?