Om tijdens de knip van de Leien het verkeer zo vlot mogelijk te laten verlopen, worden een aantal verkeerslichten aangepast. Dat doen we niet zomaar. Kristof Carlier, mobiliteitsexpert bij het studiebureau TML legt uit waarom.
‘Met TML staan we in voor de minder hinder op het gebied van verkeer. Samen met de aannemer kijken we hoe we de werken het best kunnen organiseren om het verkeer zo vlot mogelijk te laten verlopen. Voor de knip moeten we zo’n 25 verkeerslichten aanpassen. Daarvoor zetten we een team van 5 mensen in.
Waarom we de lichten moeten aanpassen? Tijdens wegenwerken verandert er vaak heel wat aan een kruispunt: een deel van de beschikbare ruimte wordt door de werf ingenomen, de verkeersintensiteiten wijzigen, vaak is de communicatie met de verkeerscentrale niet beschikbaar of werken de detectielussen niet. Ook kruispunten in de omgeving van de werken moeten soms aangepast worden omdat er meer verkeer rijdt door een omleiding of net om minder verkeer naar de werfzone toe te laten.
De Noorderlijn is een grote werf. Het is niet mogelijk om overal dezelfde verkeerscapaciteit te garanderen als wanneer er niet gewerkt wordt. Daarom geven we bepaalde verkeersstromen voorrang. Dewelke, dat wordt bepaald in overleg met de stad, het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en De Lijn. Samen met hen bekijken we hoe we het verkeer willen organiseren. Belangrijke vragen daarbij zijn: Hoe kunnen we de veiligheid en de doorstroming van fietsers en voetgangers garanderen? Of: Welke stromen willen we op welke locatie een vlotte doorstroming geven? Op basis daarvan bepalen we welke lichtenregeling moet aangepast worden en hoe.